De laatste jaren zijn de specialisten ouderengeneeskunde belast met extra taken, waardoor we kunnen spreken over taakvervuiling. Een groot deel van deze taken kan gemakkelijk overgenomen worden door andere disciplines. Denk hierbij aan verpleegkundig specialist die een anamnese afneemt of een lichamelijk onderzoek doet. Dit creëert ruimte voor de specialist ouderengeneeskunde om zich te richten op complexe zorgvragen en –handelingen.
Specialisten ouderengeneeskunde zijn het werk aan het doen waar ze werkelijk voor zijn en waarin ze zich als (medisch) specialist kunnen onderscheiden. Hierdoor wordt de beschikbare SO-capaciteit maximaal benut en kan ook aanvullende SO-capaciteit op een verantwoorde manier optimaal worden ingezet.
De regio kent al enige jaren een toename van het aantal SO-vacatures. De afgelopen jaren zijn daarom verschillende constructies bedacht om medische zorg te kunnen blijven leveren, bijvoorbeeld door samen te werken in diensten en SO’s in te huren (via bemiddelingsbureaus of ZZP’ers). Dit wordt gezien als tijdelijke oplossingen; er is behoefte aan meer structurele oplossingen die toekomstbestendig zijn. Hierdoor groeit het belang van het optimaliseren van de SO-capaciteit.
In deze actielijn werd een inventarisatie gedaan en zijn middels dialoogsessies met professionals uit verschillende disciplines ervaringen uitgewisseld over dit thema. Dit heeft geleid tot eenduidigheid in de begrippen rondom taakzuiverheid en een ordening van SO-taken in een functiematrix. Ook is een lijst opgesteld van gesignaleerde ongewenste taken voor de SO. Deze zijn nader gespecificeerd in oneigenlijke, onduidelijke, onnodige en non-exclusieve taken.
De belangrijkste conclusie is dat een flink aantal taken kan worden belegd bij andere professionals (bijvoorbeeld VS, PA, medisch secretariaat), waardoor ongeveer 40% aan SO-capaciteit kan worden vrijgespeeld. De overige conclusies zijn terug te vinden in het beleidsadvies taakzuiverheid. In een vervolgstap is het belangrijk om te bepalen welke functies uit de SO-functiefamilie nodig zijn in een instelling. Daarnaast dient de verantwoordelijkheid van de taken (bijvoorbeeld via EPA’s) geborgd te worden. Voorbeelden hiervan zijn terug te vinden in het cafetariaplan DMZ6.