Op dit moment stijgt de zorgvraag uit boven het aanbod, waardoor er al grote tekorten zijn. In de toekomst zal de zorgvraag alleen maar groter worden. Er ontbreekt nog een masterplan/regionale visie voor hoe de ouderenzorg dit in de toekomst zal moeten bolwerken. Een vereiste voor een gedeelde (regionale) visie tussen bestuurders en behandelaars is het betrekken van behandelaren bij het opstellen van deze visie.
Er is een goed samenspel tussen bestuurders, management en SO’s, zowel binnen de zorginstelling als in de gehele regio, met een gedeelde visie op de positie van de SO in het toekomstige zorglandschap. Bij de totstandkoming van een regionale zorgvisie met bestuurders hebben de SO’s een actieve rol. De aantrekkelijkheid van het beroep is vergroot en de beeldvorming over het vak van SO is verbeterd.
Koppeling tussen de (te verwachten) uitkomsten vanuit het traject regionale zorgvisie in regio Apeldoorn-Zutphen en het programma SOG-AZ.
Binnen de regio was een groot aantal kleinere zorgorganisaties aanwezig die bij de start van het programma nog niet direct gekozen hebben voor participatie in een van de actielijnen. De afspraak was dat gedurende het verloop van het programma deze keuze opnieuw zou plaatsvinden. Een vooranalyse naar de positionering van de kleinschalige zorgorganisaties gevolgd door een reeks van interviews met de bestuurders van deze organisaties leidde tot een breed gedragen beeld dat in de huidige situatie de behoefte tot participatie niet actueel aanwezig was. De bestuurlijke aarzeling betrof de mogelijkheid om via het programma sturing te kunnen uitoefenen ten aanzien van de ontwikkeling van ouderenzorg in de regio. Anderzijds beseffen de bestuurders dat het belang van samenwerking in de regio steeds groter wordt en dat ook de participatie van kleinschalige zorgorganisaties daarbij in toenemende mate belangrijker wordt. Daarom werd in een beleidsadvies naar de betrokken bestuurders afgesproken dat dit thema in de 2e helft van 2022 opnieuw bekeken zou gaan worden (beleidsadvies Anders beSturen) Het blijven informeren van de kleinschalige zorgorganisaties over de voortgang van het programma en de voortzetting in vervolgprogrammering is dan ook van groot belang.